De landelijke klimaatdoelstellingen zijn:
a) een reductie van de uitstoot van broeikasgassen (uitgedrukt in CO2-equivalenten) van 20% in 2020 ten opzichte van 1990
b) een energiebesparing van 2% per jaar
c) een aandeel van hernieuwbare energiebronnen van 20% in 2020
Waterschappen spelen een belangrijke rol in het realiseren van deze doelstellingen zoals in het Klimaatakkoord met het Rijk 2010-2020 benadrukt wordt. Het totale energieverbruik van de waterschapsector wordt geschat op 8,5 – 9 miljoen GJ. Dit komt grofweg overeen met het verbruik van een stad van zo’n 240.000 inwoners. Zo’n 85 % van het energieverbruik komt voor rekening van de afvalwaterzuivering (RWZI’s). Ref: Waterspiegel 2010
Zuiveren van afvalwater en zorgen voor schoon oppervlaktewater (zorg voor waterkwaliteit) behoort tot de kerntaken van het waterschap. In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) staat ecologie centraal. Het doel is dat de waterlichamen in Europa een goede chemische en ecologische toestand krijgen, in principe in 2015 met een onderbouwde uitloop periode tot 2027.
Naast de zorg voor de (ecologische) waterkwaliteit gaan de volgende vragen over het behoud en versterken van de lokale flora en fauna (biodiversiteit) en voor zover gerelateerd aan de taakstelling van het waterschap.
Kwantitatief waterbeheer betekent:
Samen met de Rijksoverheid en de provincies zijn de waterschappen verantwoordelijk voor het waterbeheer. In toenemende mate moeten maatregelen getroffen worden om Nederland beter bestand te maken tegen de gevolgen van klimaatveranderingen (Deltaprogramma).